donderdag 29 mei 2014

Vakantie

Een dagje vrij met Hemelvaart en wat zou ik nou eens anders gaan doen dan op de fiets gaan zitten. Geen idee, dus wordt het fietsen vandaag. En wel op vakantie naar Noorwegen, want boven de lijn Seljord - Notodden begint pas het echte Noorwegen. Hogere bergen, steilere hellingen, grotere vergezichten en meer wijdsheid. En dat brengt vakantiegevoel.

De sneeuw is netjes aan de kant geveegd, standaard niet nodig.
Uurtje in de auto naar Notodden, de blues-wereld-hoofdstad van Noorwegen. Alle grote Amerikaanse koppen hebben hier wel gespeeld op het festival. Midden op de rotonde staat een gigantische jaren-50 microfoon, waar men in zijn opgepoetste Amerikaanse oldtimer rondjes omheen zoeft.

De fiets brengt mij via Tuddal over de berg naar Rjukan en langs het meer Tinnsjø weer naar Notodden. Nouja, er moet hard gewerkt worden want de weg voert vlak langs de Gausta-top, die te vergelijken valt met de Mont Ventoux. Met kop en schouders steekt ie boven de rest uit en vanaf de top (1883 m) kun je een groot deel van Zuid-Noorwegen overzien bij helder weer.

Kop en schouders
Op hoge snelheid de afgrond in naar Rjukan.

 Met kramp in de vingers van het remmen kom ik in Rjukan aan, alwaar ik op een van de vele terrassen kan aanschuiven voor een biertje....Oh nee, dit is niet de Mont Ventoux en dit is niet Malaucène, maar je moet je dromen soms de ruimte geven bij een gebrek aan gezelligheid.

Toch is Rjukan wel een mooie plaats. Een maf dorp in een langgerekt diep dal dat oost-west georiënteerd ligt. In de winter komt er dus geen zon omdat die dan te laag staat. Daar hebben ze wel wat op gevonden door bovenop de berg een rij spiegels op te stellen die het zonlicht reflecteren en zó op het dorpsplein neerleggen. Maarja, wat moet je daar dan mee als er geen terrassen zijn?
De huizen zijn slim gebouwd, zodat ieder streepje zonlicht naar binnen valt. Verder is er aan de schaduwkant aardig wat industrie in mooie gebouwen uit Industrieël Erfgoed, waarbij gebruik wordt gemaakt van waterkracht - groene energie, klimaatneutraal.

donderdag 22 mei 2014

17 mei

De nationale feestdag, heel Noorwegen viert feest. Op deze dag wordt de vorming van de grondwet gevierd. In 1814 kwamen 112 wijze mannen bij elkaar in Eidsvoll, ten noorden van Oslo, om de unie met Denemarken te beëindigen en een eigen constitutie te ontwerpen. Een nieuwe unie werd gevormd met Zweden, waar Noorwegen veel meer zelfstandigheid kreeg en ook een eigen parlement.

Een bijzonder jaar dus, waarin de 200-ste verjaardag wordt gevierd. Op de noorse televisie werden de festiviteiten centraal vanuit Eidsvoll gevierd, in hetzelfde gebouw waar destijds de wijze mannen bijeen waren. Dat gebouw is heel nauwkeurig gerestaureerd en nu te bezichtigen als museum.
Hier werd de centrale presentatie gedaan en in aanwezigheid van de koninklijke familie, gekeken naar toespraken, muziek en zang en onvermoeibaar het nationale volkslied ten gehore werd gebracht.
Het leuke was dat er regelmatig geschakeld werd met een reporter op diverse lokaties in het land waar de lokale viering werd verslagen. Zo zag je reporters die in het zuiden lekker in het zonnetje stonden, bovenop de Hardangervidda in arctische omstandigheden in de sneeuw, in Bergen bij het huis van de schrijver (Bjørnstjerne Bjørnson) van het volkslied, in Trondheim in de regen en vlakbij de Noordkaap op een kale rots aan zee.


Het mooie is dat op deze speciale dag heel veel mensen in prachtige klederdracht gekleed gaan, ook al die reporters op tv. In die klederdracht ("bunad") worden optochten door de woonplaatsen gehouden, onder veel vlagvertoon, het volkslied wordt gezongen en men feliciteert elkaar met de verjaardag van het land. Op de foto is de optocht in Ulefoss te zien, met vaandeldragers, muziekkorps en een lange rij schoolkinderen, die meestal uit volle borst meezingen:

Voor mij was het een mooie dag voor een fietstocht, waar ik wel meerdere optochten tegenkwam. Ook werd van het mooie weer gebruik gemaakt om gezellig met hele families in bunad in de tuin aan grote tafels bijeen te zijn.

zaterdag 3 mei 2014

Taal

Hoe redt je het nu met de taal? werd me laatst gevraagd.
Het is alweer 7 maanden geleden dat ik naar Noorwegen ben verhuisd. De tijd vliegt, het werk is een vaste baan geworden en van de tijdelijke vakantiewoning ben ik verhuisd naar een huurhuis waar ik kan blijven zolang ik wil. Het huis zelf is fijn, lekker ruim met mooi uitzicht. Jammer alleen van het verkeer dat er vlak voor langsraast en zich meestal niet aan de max. snelheid van 40 km/u houdt. In de tuin kan ik hout sprokkelen voor de kachel, maar door de steile helling moet ik me schrap zetten om niet omlaag te glijden.

Het werk op de bus gaat goed, de routes kan ik dromen. Er zijn er 4 die in de stedenband Skien - Porsgrunn blijven en 5 die daar buiten komen. De variatie is dus wat kleiner dan in Haarlem en omgeving. Maar de nieuwigheid is er nog niet af dus saai is het nog lang niet. Er zijn diverse typen Volvo-bussen - oud, nieuw, stad, streek. De stadsbussen zijn niet echt comfortabel en soms zit je wel 5 uur achter elkaar te sturen met vastzittende fietsbenen tot gevolg.
De collega's zijn best aardig maar erg veel kom ik ze niet te spreken. Met de 2 andere nederlanders gaat dat het makkelijkst, de rest komt uit Irak, Polen, Kroatië, Somalië en Noorwegen.

Met de taal merk ik een lichte vooruitgang het laatste halfjaar. Stond ik in het begin te hakkelen  en verstond ik er weinig van, nu hoef ik me nauwelijks nog voor te bereiden op een gesprekje en kan zo beginnen. Toch wordt er vaak snel en in dialecten gesproken en dat maakt het lastig te verstaan. Dan was ik op de cursus in Haarlem verwend met duidelijke uitleg en makkelijke oefeningen. En wat heb ik voor oefening op de bus? Mensen stappen in, checken in en gaan zitten, vaak zonder een woord te zeggen. Je hebt een paar standaardzinnetjes en dat was het dan. In dit beroep hoeft er ook niet zoveel gesproken te worden.  Is dat erg? Nee. Het komt vanzelf wel. Niet op de bus, dan wel in het leven ernaast.